Examples of using "Oslo" in a sentence and their dutch translations:
Ik woon in Oslo.
Oslo is de hoofdstad van Noorwegen.
Oslo is de hoofdstad van Noorwegen.
Oslo is de meest bevolkte stad in Noorwegen.
Ik ben er trots op dat mijn geboortestad Oslo
In Oslo zien we hoe enthousiaste eigenaars van elektrische auto's