Examples of using "Partons " in a sentence and their dutch translations:
- We gaan ervandoor.
- We gaan weg.
Wanneer starten we?
Laten we gaan!
We vertrekken nu.
Laten we gaan als je klaar bent.
We gaan ervandoor.
We vertrekken morgen namiddag.
Laat ons vertrekken van zodra hij terug is.
We vertrekken vanmiddag.
Laten we gaan zodra Tom hier komt!
- We gaan ervandoor.
- We gaan weg.
Laten we gaan als je klaar bent.
Laat ons vertrekken van zodra hij terug is.
Morgen vertrekken we.
- We gaan morgen.
- Morgen vertrekken we.
Laten we niet gaan.
- We verlaten Japan morgenvoormiddag.
- We verlaten Japan morgen vroeg.
- We vertrekken morgenochtend uit Japan.
- We gaan ervandoor.
- We gaan weg.
Wij gaan vooralsnog niet op zomervakantie.
Morgen vertrekken we.
We vertrekken over vijf minuten.
We vertrekken nu.
Wij gaan volgende week met de camper op vakantie.
Kom, we zijn weg.
We gaan in de Alpen skiën.
We vertrekken nu.