1. Home
  2. Translation in context
  3. French-Dutch
  4. Pelouse 

Translation of "Pelouse " in Dutch

0.010 sec.

Examples of using "Pelouse " in a sentence and their dutch translations:

à tondre la pelouse.

...met het gazon maaien.

Sors de la pelouse !

Ga van het grasveld af!

- Quand as-tu semé la pelouse ?
- Quand avez-vous semé la pelouse ?

Wanneer heb je het gazon bezaaid?

- La pelouse a besoin d'être arrosée.
- Il faut faire sauter la pelouse.

- Het gras moet besproeid worden.
- Het gras moet worden gesproeid.
- Het gazon moet worden besproeid.

- Pelouse interdite.
- Ne pas marcher sur la pelouse.
- Ne pas marcher dans l'herbe.

- Verboden het gras te betreden.
- Verboden op het gras te lopen.

La pelouse a besoin d'être arrosée.

- Het gras moet worden gesproeid.
- Het gazon moet worden besproeid.

Défense de marcher sur la pelouse !

Verboden het gras te betreden.

Le jardinier devrait tondre la pelouse.

De tuinier moest het gras maaien.

Nous nous sommes allongés sur la pelouse.

We legden ons in het gras.

Ma mère m'a dit de tondre la pelouse.

Mijn moeder vertelde me het gras te maaien.

La pelouse du parc est verte et jolie.

Het gras in het park is groen en mooi.

Je tondrai la pelouse demain, s'il ne pleut pas.

Ik maai het gras morgen als het niet regent.

- Ne marchez pas sur la pelouse.
- Ne marche pas sur l'herbe.

Loop niet op het gras.

- Interdiction de marcher sur l'herbe.
- Ne pas marcher sur la pelouse.

Verboden het gras te betreden.

Par exemple, ne tondez pas la pelouse à 7h du matin un samedi matin.

Maai bijvoorbeeld niet je gazon om 7 uur op zaterdagochtend.

Deux fois par semaine, le jardinier venait tondre la pelouse, je ne pouvais donc jamais m'allonger dans l'herbe haute.

Twee keer in de week kwam de tuinman om het gras te maaien, daarom kon ik nooit in het lange gras liggen.