Examples of using "Polonais" in a sentence and their dutch translations:
- Spreek je Pools?
- Spreekt u Pools?
- Spreken jullie Pools?
Ik leer Pools.
Hun echtgenoten zijn Pools.
Lejzer Zamenhof is een Pool.
Spreken jullie Pools?
Mijn moedertaal is Pools.
Ik ben een Poolse journalist.
Ik heb gepraat met de Poolse ambassadeur.
De Poolse deskundigen werken in Afrika.
Onze Poolse rivier, de Wijssel, is lang.
Laten we ons wel bewust zijn van het belang van deze dag, want vandaag kwamen binnen de gastvrije muren van Boulogne-sur-Mer geen Fransen samen met Engelsen, geen Russen met Polen, maar mensen met mensen.