1. Home
  2. Translation in context
  3. French-Dutch
  4. Prédire

Translation of "Prédire" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Prédire" in a sentence and their dutch translations:

Impossible de prédire ce que l'avenir leur réserve.

...kunnen we niet voorspellen wat hun toekomst brengt.

Tom prétend qu'il peut prédire avec précision l'avenir.

Tom beweert dat hij de toekomst nauwkeurig kan voorspellen.

Tom a dit à Marie qu'il pouvait prédire l'avenir.

Tom zei tegen Maria dat hij de toekomst kon voorspellen.

La meilleure façon de prédire l'avenir est de l'inventer.

De beste wijze om de toekomst te voorspellen is ze uit te vinden.

Jeune, il ne pouvait pas prédire combien de temps il vivrait.

En als jonge man kon hij niet zeggen hoe oud hij zou worden.

Je pouvais faire ce que je voulais, et prédire mes résultats.

doen wat ik ermee wilde, en mijn resultaten voorspellen.

Aller se régaler sur les bancs d'Odin, et bien sûr de prédire la vengeance qui sera

zal vergasten op de banken van Odin, en natuurlijk de wraak voorspelt die zal