Examples of using "Prévois" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben van plan te winnen.
Wat ben je van plan om te doen?
Ben je van plan om naar het buitenland te gaan?
Ben je van plan die auto te kopen?
Ik ben van plan samen met hem te lunchen.
Wanneer ik groot ben, wil ik dokter worden.
- Wat ben je van plan om te doen?
- Wat zijn jullie van plan te doen?
Ben je van plan die auto te kopen?
Ben je van plan om naar het buitenland te gaan?
- Ben je van plan om dit jaar met Kerstmis te zingen?
- Bent u van plan om dit jaar met Kerstmis te zingen?
- Zijn jullie van plan om dit jaar met Kerstmis te zingen?
Ik woon nu in Boston in Amerika, maar ik ben van plan dit jaar nog terug naar Japan te gaan.