Examples of using "Proposition" in a sentence and their dutch translations:
Ik accepteer het aanbod.
Ik heb een voorstel.
- Ze heeft mijn voorstel niet aanvaard.
- Ze heeft mijn aanbod afgeslagen.
Zijn voorstel is niet erg belangrijk.
Ze heeft mijn aanbod afgeslagen.
Ze heeft mijn aanbod afgeslagen.
Ze wees het voorstel af.
We zijn geïnteresseerd in elk voorstel.
Ik aanvaardde zijn voorstel.
Ik steun de motie.
Mag ik u een voorstel doen?
Dit is mijn laatste aanbod.
Ik accepteer het voorstel onder voorbehoud.
Uiteindelijk hebben ze het voorstel aangenomen.
Maar nu was dat echt het idee,
- Hij accepteerde ons aanbod.
- Hij heeft ons aanbod geaccepteerd.
Ik heb besloten dat voorstel te aanvaarden.
Uw voorstel heeft geen enkele zin.
Ik accepteer het voorstel onder voorbehoud.
Ze hebben het voorstel aanvaard.
Ik stem in uw voorstel toe.
- Uw voorstel is een beetje extreem.
- Je voorstel is een beetje extreem.
- Jullie voorstel is een beetje extreem.
- Waarom wees je zijn aanbod af?
- Waarom heb je zijn offerte afgewezen?
Ik heb een voorstel.
Ik ben het eens met zijn voorstel.
Je voorstel is het overwegen waard.
Dit is mijn laatste aanbod.
- Ik heb het aanbod afgewezen.
- Ik wees het aanbod af.
Zijn belachelijke voorstel werd unaniem aangenomen.
Je had zo'n oneerlijk voorstel niet hoeven te accepteren.
Ik heb de neiging om dit voorstel te accepteren.
Ik heb met het voorstel ingestemd.
Ben je vóór of tegen het voorstel?
Dat klinkt als een vrij goed voorstel.
Ik kan het voorstel helemaal niet steunen.
Zij accepteerde het voorstel tot op zekere hoogte.
Ze heeft mijn aanbod afgeslagen.
Ik steun de motie.
Ik steun de motie.
Ik kan niet akkoord gaan met uw voorstel.
Uit ons standpunt is zijn voorstel aanvaardbaar.
Ik ben het helemaal eens met dat voorstel.
Mijn broer kreeg een baan aangeboden in Boston.
Ik startte m'n laptop op en liet hem een voorstel voor een boek zien
Laten we dit voorstel zwart op wit op papier zetten vooraleer we het aan de baas voorleggen.
Het doel van dit verslag is alle voor- en nadelen van dat voorstel te onderzoeken.
Ben je vóór of tegen het voorstel?
Ik weet niet wat hij in zijn hoofd heeft, om zo een aantrekkelijk voorstel af te wijzen.