Examples of using "Abschließen" in a sentence and their dutch translations:
We hebben een missie.
Ik moet deze deur op slot doen.
De deur gaat niet op slot.
Ik wil het werk zelf afmaken.
Je had alle deuren op slot of tenminste dicht moeten doen.
Je had alle deuren op slot of tenminste dicht moeten doen.
Ik maak het in een uurtje af.