Examples of using "Bombe" in a sentence and their dutch translations:
Een bom ontploft.
We hoorden de bom ontploffen.
Er is een bom in het vliegtuig!
De bom zal in tien seconden exploderen.
Toen de bom ontplofte, was ik daar bij toeval.
Er viel een grote bom, en heel veel mensen kwamen om.
De politie sloot de straten rondom het hotel af, toen ze op zoek naar de bom waren.
- Op die dag werd de eerste H-bom tot ontploffing gebracht.
- Op die dag werd de eerste waterstofbom tot ontploffing gebracht.
- Op die dag werd de eerste thermonucleaire bom tot ontploffing gebracht.
Al bij het begin van de Tweede Wereldoorlog trof een bom het huis waar de familie Zamenhof woonde, en verwoestte daar alle documenten voor de ontwikkeling van de Esperanto taal.