1. Home
  2. Translation in context
  3. German-Dutch
  4. Dagegen

Translation of "Dagegen" in Dutch

0.008 sec.

Examples of using "Dagegen" in a sentence and their dutch translations:

Was dagegen?

- Zijn er bezwaren?
- Is er enig bezwaar?
- Zijn daar bezwaren tegen?

- Ich bin absolut dagegen.
- Ich bin ganz dagegen.

Ik ben er helemaal tegen.

- Habt ihr etwas dagegen?
- Haben Sie etwas dagegen?

Heeft u er iets tegen?

Ich bin dagegen.

Ik ben ertegen.

Niemand stimmte dagegen.

Niemand stemde tegen.

Ist jemand dagegen?

Is iemand het daarmee oneens?

Ist Tom dagegen?

Is Tom het daar niet mee eens?

Ich bin strikt dagegen.

Ik ben hier absoluut op tegen.

Ich bin ganz dagegen.

Ik ben er helemaal tegen.

Er hat nichts dagegen.

Hij heeft er niks tegen.

Habt ihr etwas dagegen?

Hebben jullie er iets tegen?

Was können wir dagegen tun?

Dus wat moeten we doen?

Dagegen ist das hier nichts.

Niets komt daarbij in de buurt.

Was willst du dagegen tun?

Wat wil je eraan doen?

Dagegen kann ich nichts sagen.

Daartegen kan ik niets zeggen.

Dagegen kann keiner etwas haben.

Daar kan niemand tegen zijn.

- Bist du für seine Idee oder dagegen?
- Sind Sie für seine Idee oder dagegen?

Zijn jullie voor of tegen zijn idee?

- Ich bin sicher, dass Tom nicht dagegen ist.
- Tom wird bestimmt nichts dagegen haben.

Ik weet zeker dat Tom het niet erg vindt.

Kann die Allgemeinheit nicht dagegen vorgehen.

heeft in Amerika het publiek geen juridische positie.

Doch wir können uns dagegen wehren.

maar we kunnen er iets aan doen.

Und was wollen Sie dagegen tun?

En wat ga je hieraan doen?

Tom wird bestimmt nichts dagegen haben.

Ik weet zeker dat Tom het niet erg vindt.

Tom sträubte sich dagegen, zu lächeln.

Tom hield zijn glimlach in.

- Hast du etwas dagegen?
- Hast du irgendwelche Einwände?
- Habt ihr irgendwelche Einwände?
- Haben Sie irgendwelche Einwände?
- Habt ihr etwas dagegen?
- Haben Sie etwas dagegen?

- Heeft u enig bezwaar?
- Heeft u er iets tegen?

Nur für das Leben und nicht dagegen.

...ten behoeve van het leven. Niet daartegen.

Obwohl er sich nicht aktiv dagegen aussprach.

hoewel hij zich er niet actief tegen verzette.

Bist du für den Plan oder dagegen?

- Ben je voor het plan of niet?
- Bent u voor het plan of niet?
- Zijn jullie voor het plan of niet?

Haben Sie etwas dagegen, dass ich gehe?

- Kan ik gaan, wat u betreft?
- Hebt u er bezwaar tegen dat ik ga?

Ich stemme mich mit meinem ganzen Gewicht dagegen.

Ik zet mijn volledige gewicht erop.

Ich bin dagegen, dass sie allein dorthin geht.

Ik heb er bezwaar tegen dat ze daar alleen heen gaat.

- Er hat nichts dagegen.
- Er hat nichts dawider.

Hij heeft er niks tegen.

- Wir haben nichts dagegen.
- Wir haben nichts dawider.

We hebben er niets op tegen.

- Haben Sie irgendwelche Einwände?
- Haben Sie etwas dagegen?

- Heeft u enig bezwaar?
- Heeft u er iets tegen?

Hättest du etwas dagegen, wenn ich dich begleitete?

Hebt ge er iets tegen dat ik u vergezel?

„Ich hoffe, du hast nichts dagegen.“ – „Aber nein!“

"Ik hoop dat je het niet erg vindt." "Helemaal niet."

Der Zahnarzt ist dagegen, dass du süße Sachen isst.

De tandarts wil niet dat je snoep eet.

Ich hätte nichts dagegen, ein paar Pfunde zu verlieren.

Ik zou het niet erg vinden een paar pond te verliezen.

Wir haben keinerlei Einwände dagegen, dass du unserem Club beitrittst.

We hebben er geen bezwaar tegen dat je je bij onze club aansluit.

Ich erwog, die Arbeit zu wechseln, doch letztlich entschied ich mich dagegen.

Ik heb overwogen van werk te veranderen, maar ik heb uiteindelijk besloten het niet te doen.

- Dürfte ich dir eine Frage stellen?
- Dürfte ich Ihnen eine Frage stellen?
- Dürfte ich euch eine Frage stellen?
- Hättest du etwas dagegen, wenn ich dir eine Frage stellte?
- Hätten Sie etwas dagegen, wenn ich Ihnen eine Frage stellte?
- Hättet ihr etwas dagegen, wenn ich euch eine Frage stellte?

Zou ik u een vraag mogen stellen?

- Das ist mir egal.
- Ich habe nichts dagegen.
- Es stört mich nicht.
- Es macht mir nichts aus.

- Het maakt me niet uit.
- Ik vind het niet erg.

Kalte Milch trinke ich ganz gerne, heiße Milch dagegen nicht. Ich mag diese weiße Haut und den Geruch nicht.

Ik hou van koude melk, maar niet van warme melk. Het velletje en de geur die zich ontwikkelt stoort me.

Ich habe heute viel zu tun. Daher zöge ich es vor, diese Diskussion ein andermal fortzuführen, falls du nichts dagegen hast.

Ik heb het vandaag druk, dus als je het niet erg vindt, zou ik dit gesprek graag een andere keer willen voeren.

- Tomme hätte nichts dagegen, an jedem Wochentag Fleisch und Kartoffeln zu essen.
- Tom hätte nichts gegen Fleisch und Kartoffeln an jedem Wochentag.

Het zou Tom niet storen elke dag van de week vlees en aardappelen te eten.