Examples of using "Englisches" in a sentence and their dutch translations:
Hebben jullie een Engels woordenboek?
- Heb je een Engels woordenboek?
- Hebben jullie een Engels woordenboek?
- Hebt u een Engels woordenboek?
Hoeveel pence gaan er in een Brits pond?
Hij heeft een engelstalig boek gekocht in een boekenwinkel.