Examples of using "Erschossen" in a sentence and their dutch translations:
Tom werd neergeschoten.
Hij werd neergeschoten.
Tom werd neergeschoten.
Ik wil niet neergeschoten worden.
Ze is in haar slaap doodgeschoten.
Tom schoot een beer neer.
Hij heeft zichzelf vanmorgen doodgeschoten.
Tom beweert dat hij Maria uit zelfverdediging heeft neergeschoten.
Tom heeft Maria neergeschoten.
- Heb je Tom neergeschoten?
- Heeft u Tom neergeschoten?
- Hebben jullie Tom neergeschoten?
Een onschuldige voorbijganger werd op klaarlichte dag doodgeschoten.