Examples of using "Fahrradfahren" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb leren fietsen toen ik zes was.
- Fietsen kan men nooit verleren.
- Fietsen verleert men nooit.
Fietsen kan men nooit verleren.
Als je kunt lopen of fietsen, doe dat.
Het leven is als fietsen. Om in balans te blijven moet je in beweging blijven.