Examples of using "Fernbedienung" in a sentence and their dutch translations:
Tom pakte de afstandsbediening op.
Heb je de afstandsbediening?
Waar is de afstandsbediening voor de tv?
Er ligt een afstandsbediening voor de tv onder de bank.
Geef me de afstandsbediening.
Geef me de afstandsbediening terug!
Ik zocht de afstandsbediening.
Dus pak je afstandsbediening en neem 'n beslissing.
- Er ligt een afstandsbediening voor de tv onder de bank.
- De zapper ligt onder de divan.
- De afstandsbediening ligt onder de bank.
Er is een afstandsbediening onder de stoel.
Dus pak je afstandsbediening en neem een snelle beslissing.
Tom nam de afstandsbediening en zette de tv wat zachter.