Examples of using "Getreten" in a sentence and their dutch translations:
- Hij heeft het geschopt.
- Hij schopte het.
- Hij schopte er tegenaan.
- Hij heeft er tegenaan geschopt.
- Ze heeft hem geschopt.
- Ze schopte hem.
- Ze trapte hem.
- Ze heeft hem getrapt.
Ik heb op iets raars gestapt.
Heb jij ooit op een tomaat gestapt?
Heb jij ooit op een tomaat gestapt?
Hij ging expres op mijn voet staan.
- De jongen stond expres op mijn voet.
- De jongen stapte met opzet op mijn voet.
Toen ik klein was trapte ik per ongeluk op een worm.