Examples of using "Honig" in a sentence and their dutch translations:
Bijen maken honing.
Beren houden van honing.
Bijen produceren honing voor ons.
De gebraden kippen vliegen je niet in de bek.
Jouw kus is zoeter dan honing.
Melk en honing zit onder je tong.
Wie graag honing heeft, heeft geen schrik van een bij.
Ze voeden zich in de winter met honing.
Men vangt meer vliegen met honing dan met azijn.
Hij draaide de fles ondersteboven en schudde hem, maar toch kwam de honing er niet uit.