1. Home
  2. Translation in context
  3. German-Dutch
  4. Königreich

Translation of "Königreich" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Königreich" in a sentence and their dutch translations:

- Bahrain wurde im Jahre 2002 ein Königreich.
- Bahrain wurde 2002 ein Königreich.

Bahrein werd een koninkrijk in 2002.

Sie wohnt im Vereinigten Königreich.

Zij woont in het Verenigd Koninkrijk.

Er lebt im Vereinigten Königreich.

Hij woont in het Verenigd Koninkrijk.

Dies Königreich bedarf eines neuen Königs.

Dit koninkrijk heeft een nieuwe koning nodig.

Er wurde aus dem Königreich verjagt.

Hij werd uit het koninkrijk verbannen.

Japan und das Vereinigte Königreich sind Inselländer.

Japan en Groot-Brittannië zijn eilandlanden.

- Sie wohnt im Vereinigten Königreich.
- Sie wohnt in Großbritannien.

Zij woont in het Verenigd Koninkrijk.

Das Vereinigte Königreich besteht aus England, Schottland, Wales und Nordirland.

Het Verenigd Koninkrijk bestaat uit Engeland, Schotland, Wales en Noord-Ierland.

Die Vereinigten Staaten sind eine Republik - das Vereinigte Königreich ist keine.

De Verenigde Staten zijn een republiek - het Verenigd Koninkrijk is dat niet.

Seit mehr als 800 Jahren lebten deutsche Siedler, hauptsächlich aus der Mosel- und Rheingegend, in Siebenbürgen unter dem ungarischen Königreich, den Habsburgern und unter dem kommunistischen Regime von Ceausescu.

Reeds meer dan achthonderd jaar wonen er in Transilvanië Duitse inwijkelingen voornamelijk uit de Moezel- en de Rijnstreek onder het bewind van de Hongaarse koningen, het Habsburgse Rijk en het communisme van Ceaușescu.