Translation of "Paar" in Dutch

0.009 sec.

Examples of using "Paar" in a sentence and their dutch translations:

Ein Paar Unterhosen.

Een onderbroek.

Ein paar Unterhosen.

Een onderbroek.

Schau, ein paar Pilze.

Kijk, paddenstoelen.

Ein paar Späne abschneiden.

Ik schaaf er wat af.

Okay, ein paar Signalgranaten.

Een paar rookgranaten voor nood.

Ein paar Wochen später,

En toen, een paar weken later,

Gib mir ein paar.

Geef me er een paar.

- Ich kaufte ein Paar Stiefel.
- Ich habe mir ein Paar Stiefel gekauft.

Ik kocht een paar laarzen.

Schaut, ein paar alte Werkzeuge.

Kijk, oud gereedschap.

In den letzten paar Jahren

De laatste paar jaar

Ein paar Mädchen spielten Tennis.

Enkele meisjes waren aan het tennissen.

Brian nahm ein paar Rosen.

Brian nam een paar rozen.

Wir aßen ein paar Äpfel.

We aten een paar appels.

Sie sind ein gutes Paar.

Ze zijn een goed stelletje.

Ich brauche ein paar Minuten.

Ik heb een paar minuten nodig.

Wer ist das glückliche Paar?

Wie is het gelukkige paar?

Er kauft ein paar Schuhe.

Hij kocht een paar schoenen.

Ich brauche ein paar Briefmarken.

Ik heb enkele postzegels nodig.

Ich möchte ein paar davon.

- Ik wil daar een paar van.
- Ik wil daar een aantal van.

Nimm ein paar Tage frei.

Neem een paar dagen vrij.

Ich möchte ein paar Kartoffeln.

Ik wil wat aardappelen.

Ich habe ein paar Bücher.

- Ik heb enkele boeken.
- Ik heb een paar boeken.

Sie kaufte zwei Paar Socken.

Ze kocht twee paar sokken.

Sie hat ein paar Sommersprossen.

Ze heeft wat sproeten.

Ich möchte ein Paar Handschuhe.

Ik wil graag een paar handschoenen.

Ich brauche ein Paar Sandalen.

Ik heb een paar sandalen nodig.

Ich kaufte ein Paar Stiefel.

Ik kocht een paar laarzen.

Tom fehlen ein paar Zähne.

Tom mist een paar tanden.

Ich brauche ein paar Vorschläge.

Ik heb raad nodig.

Sie schlief ein paar Stunden.

Zij heeft een paar uur geslapen.

Tom kennt ein paar Zaubertricks.

Tom kent een aantal goocheltrucs.

Ich habe ein paar Geschenke.

Ik heb enkele geschenken.

Seid ihr zwei ein Paar?

Zijn jullie twee een stel?

Ein paar davon gehören mir.

Een paar van deze zijn van mij.

Ich habe ein paar Äpfel.

Ik heb wat appels.

- Ich möchte mir ein Paar Skischuhe kaufen.
- Ich will ein Paar Skistiefel kaufen.

Ik wil een paar skischoenen kopen.

- Er kaufte sich ein Paar neue Schuhe.
- Er kaufte ein neues Paar Schuhe.

Hij heeft een nieuw paar schoenen gekocht.

- Er kaufte ein neues Paar Handschuhe.
- Er kaufte sich ein Paar neue Handschuhe.

Hij kocht een nieuw paar handschoenen.

Ich zeige Ihnen ein paar Beispiele

Ik zal jullie enkele voorbeelden tonen.

Im Verlauf der letzten paar Jahre

De afgelopen paar jaar

Und dann, ein paar Wochen später,

En toen, een paar weken later...

Ich möchte ein paar leere Gläser.

Ik wil een paar lege glazen.

Nancy will ein Paar rote Schuhe.

Nancy wil een paar rode schoenen.

Kann ich ein paar Fragen stellen?

Mag ik een paar vragen stellen?

Ein paar Schüler sind zurückgelassen worden.

Enkele studenten waren achter gelaten.

Er kaufte ein neues Paar Handschuhe.

Hij kocht een nieuw paar handschoenen.

Er kann ein paar Brocken Griechisch.

Hij spreekt een mondje Grieks.

Ich nehme ein paar Tage Urlaub.

Ik neem een paar dagen vrij.

Es gibt da ein paar Probleme.

Er zijn een aantal problemen.

Ein schönes Paar für den Altar.

Een mooi paar voor het altaar.

Ich habe nur ein paar Stunden.

Ik heb maar een paar uur.

Ein paar Sterne erscheinen am Nachthimmel.

Enkele sterren verschenen aan de nachtelijke hemel.

Ich will ein paar Tage bleiben.

Ik wil een paar dagen blijven.

Kannst du ein paar Beispiele geben?

Kun je een paar voorbeelden geven?

Ich muss ein paar Dinge erklären.

Ik moet een paar dingen uitleggen.

Ich habe nur ein paar Bücher.

Ik heb maar een paar boeken.

Er starb ein paar Stunden später.

Hij stierf enkele uren later.

Tom starb ein paar Stunden später.

Tom stierf enkele uren later.

Ich habe ein brandneues Paar Socken.

- Ik heb een gloednieuw paar sokken.
- Ik heb spiksplinternieuwe sokken.

Ich habe ein Paar Schuhe gekauft.

Ik heb een paar schoenen gekocht.

Ich muss ein paar Briefmarken kaufen.

Ik moet enkele postzegels gaan kopen.

Ich will ein Paar Skistiefel kaufen.

Ik wil een paar skischoenen kopen.

Ich müsste ein paar Kilos abnehmen.

Ik zou een paar kilo moeten verliezen.

In ein paar Tagen ist Weihnachten.

Kerstmis is over enkele dagen.

Ihr zwei seid ein hübsches Paar.

Jullie twee zijn een prachtig stel.

Kann ich ein paar davon haben?

Mag ik daar een paar van hebben?

- Peter und Eva sind ein schönes Paar.
- Peter und Eva stellen ein schönes Paar dar.

Peter en Eva zijn een mooi koppel.

- Er verbrachte ein paar Monate in Schottland.
- Er hat ein paar Monate in Schottland verbracht.

Hij bracht een paar maanden door in Schotland.

- Ich bin in ein paar Minuten zurück.
- Ich bin in ein paar Minuten wieder da.

Ik kom over enkele minuten terug.

- Ich werde hier ein paar Tage bleiben.
- Ich werde ein paar Tage lang hier bleiben.

Ik zal hier een paar dagen blijven.

- Ich habe ein paar Freunde in den USA.
- Ich habe ein paar Freunde in den Vereinigten Staaten.
- Ich habe ein paar Freunde in Amerika.

- Ik heb een paar vrienden in de VS.
- Ik heb een paar vrienden in de Verenigde Staten.

- Ich werde hier ein paar Tage bleiben.
- Ich werde ein paar Tage lang hier bleiben.
- Ich habe vor, hier ein paar Tage zu bleiben.

- Ik zal hier een paar dagen blijven.
- Ik blijf hier voor een paar dagen.