Translation of "Plural" in Dutch

0.005 sec.

Examples of using "Plural" in a sentence and their dutch translations:

- Der Plural von Ochse ist Ochsen.
- Die Mehrzahl von „Ochse“ lautet „Ochsen“.

Het meervoud van os is ossen.

In Esperanto haben Substantive die Endung "o", der Plural wird durch "j" gebildet.

In het Esperanto eindigt een zelfstandig naamwoord op een o. Het meervoud wordt gevormd door toevoeging van een j.

- Wie bildet man den Plural der Nomen?
- Wie setzt man Hauptwörter in die Mehrzahl?

Hoe maak je het meervoud van de zelfstandige naamwoorden?

In Esperanto endet das Adjektiv mit "a". Der Plural wird mit der Anfügung von "j" gebildet.

In het Esperanto eindigt een adjectief met "a", een meervoud vormt men door toevoeging van "j".