Translation of "Schenkte" in Dutch

0.005 sec.

Examples of using "Schenkte" in a sentence and their dutch translations:

Er schenkte ihr eine Puppe.

Hij gaf haar een pop.

Tom schenkte Maria eine Halskette.

Tom gaf Maria een halsketting.

Sie schenkte ihm eine Uhr.

Ze gaf hem een klok.

Man schenkte seiner Warnung keine Aufmerksamkeit.

Niemand schonk aandacht aan zijn waarschuwing.

Sally schenkte ihm etwas zu Weihnachten.

Sally gaf hem een ​​kerstcadeau.

Tom schenkte Maria einen herzförmigen Keks.

Tom gaf Marie een hartvormig koekje.

Tom schenkte sich ein Glas Scotch ein.

Tom schonk zichzelf een glas whisky in.

Der Alte schenkte ihr eine kleine Puppe.

De oude man gaf haar een popje.

Sie schenkte mir ein Buch zu Weihnachten.

Ze gaf me een boek voor Kerstmis.

- Niemand schenkte ihm Beachtung.
- Niemand beachtete ihn.

- Niemand lette op hem.
- Niemand gaf hem enige aandacht.

Meine Tante schenkte mir zu Weihnachten ein Buch.

Mijn tante gaf me een boek voor Kerstmis.

Ihr Verlobter schenkte ihr einen sehr großen Ring.

Haar verloofde gaf haar een heel grote ring.

Ich schenkte meiner Mutter 19 Blumen zum Muttertag.

Ik gaf mijn moeder 19 bloemen op Moederdag.

Der Autor schenkte mir ein Exemplar seines neuesten Buches.

De auteur gaf me een exemplaar van zijn laatste boek.

- Sie schenkte mir etwas.
- Sie gab mir ein Geschenk.

Ze gaf me een cadeautje.

Tom lockerte seine Krawatte und schenkte sich einen Drink ein.

Tom deed zijn stropdas los en schonk zichzelf een drankje in.

- Sie hat ihm eine Uhr gegeben.
- Sie schenkte ihm eine Uhr.

- Ze gaf hem een klok.
- Ze gaf hem een horloge.
- Zij gaf hem een uurwerk.

- Er hat ihr eine Puppe geschenkt.
- Er schenkte ihr eine Puppe.

Hij gaf haar een pop.

Dafür, dass er mir geholfen hatte, schenkte ich ihm drei Lehrbücher.

Ik gaf hem drie boeken in ruil voor z'n hulp.

- Mein Großvater gab mir ein Geburtstagsgeschenk.
- Mein Großvater schenkte mir etwas zum Geburtstag.

- Mijn grootvader heeft mij iets gegeven voor mijn verjaardag.
- Mijn grootvader gaf me een verjaardagscadeautje.

- Sie hat mir eine Uhr zum Geburtstag geschenkt.
- Sie hat mir eine Armbanduhr zum Geburtstag geschenkt.
- Sie schenkte mir eine Uhr zum Geburtstag.
- Sie schenkte mir eine Armbanduhr zum Geburtstag.

Ze gaf me een horloge als een verjaardagscadeau.

- Der Alte schenkte ihr eine kleine Puppe.
- Der alte Mann gab ihr eine kleine Puppe.

De oude man gaf haar een popje.