Examples of using "Schokoladenkuchen" in a sentence and their dutch translations:
Hij houdt van chocoladetaart.
Tom houdt van chocoladetaart.
Ik hou van chocoladetaart.
Ik ga meteen een chocoladekoek bakken voor mijn vrouw.
Er zijn tegenwoordig in Duitsland meer boeddhisten dan mensen die een goed chocoladegebak kunnen maken.