Examples of using "Sekretärin" in a sentence and their dutch translations:
Mijn moeder is secretaresse.
Maria is Toms secretaresse.
Ik heb een secretaresse nodig.
Hij nam een nieuwe secretaresse aan.
- Mijn zuster werkt als secretaresse in een bank.
- Mijn zus werkt als secretaresse bij een bank.
Mijn zus werkt als secretaresse bij een bank.
- Ik heb een secretaris nodig.
- Ik heb een secretaresse nodig.
De secretaresse noteerde wat haar baas zei.
De secretaresse doet net een nieuwe inktpatroon in de printer.
Hij nam een nieuwe secretaresse aan.
De secretaris bleek een spion te zijn.
De secretaresse opende de post welke die ochtend geleverd was.