1. Home
  2. Translation in context
  3. German-Dutch
  4. Spüle

Translation of "Spüle" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Spüle" in a sentence and their dutch translations:

Die Spüle läuft über.

de wastafel loopt over,

Ich spüle gerade die Teller.

- Ik doe de afwas.
- Ik ben de afwas aan het doen.

Ich spüle das Geschirr von Hand.

Ik was de borden met de hand.

Sie stellte die dreckigen Teller in die Spüle.

Zij zette de vuile borden in de gootsteen.

- Ich mache den Abwasch.
- Ich spüle gerade die Teller.
- Ich wasche ab.

- Ik doe de afwas.
- Ik ben de afwas aan het doen.