Examples of using "Stinkt" in a sentence and their dutch translations:
Er stinkt hier iets.
Het stinkt.
Stront stinkt.
Eigen lof stinkt.
Jullie stinken.
Hij stinkt.
Hij stinkt behoorlijk.
Deze vis stinkt.
Er stinkt hier iets.
- Die film is waardeloos!
- Wat een kutfilm!
- Wat een prutsfilm!
Geld stinkt niet.
De vis stinkt.
Dit gas stinkt.
- Hier klopt iets niet.
- Er stinkt iets.
- Hier deugt iets niet.
Zijn kleren stinken altijd.
Hij stinkt behoorlijk.
Het stinkt hier.
- U stinkt.
- Jullie stinken.
De vis stinkt niet aan de staart maar aan de kop
Hij stinkt behoorlijk. Ja, kijk.
Hij stinkt.
Een koe, misschien. Dat stinkt.
- Je stinkt.
- U stinkt.
- Jullie stinken.
Het stinkt.
- Dit ei ruikt slecht.
- Dit ei stinkt.
De kelder is smerig, donker en hij stinkt.
Ik heb er een hekel als als mijn kleren naar rook stinken.
Dit ruikt naar kaas.