Examples of using "Tankstelle" in a sentence and their dutch translations:
- Is er een benzinestation in de buurt?
- Is er een tankstation in de buurt?
Mijn broer werkt in een benzinestation.
Laten we stoppen bij het volgende benzinestation.
Is er een benzinestation in de buurt?
- Ik ken een tankstation niet zo ver van hier.
- Ik weet een benzinestation hier vlakbij.
We moeten een tankstation vinden omdat deze auto binnenkort geen benzine meer zal hebben.