Examples of using "Taschen" in a sentence and their dutch translations:
Maak je zakken leeg.
- Maak je zakken leeg.
- Maak uw zakken leeg.
- Maak jullie zakken leeg.
- Maak je zakken leeg.
- Maak uw zakken leeg.
- Maak jullie zakken leeg.
Hoeveel tassen heb je?
De politiemensen doorzochten hun tassen.
Die vrouw heeft twee handtassen.
Ben stak zijn handen in zijn broekzakken.
We hebben hier een aantal tasjes.
Ik heb mijn handen in mijn zakken gestoken.
dat er lippenbalsem of kauwgom in één van de zakken zat.