Examples of using "Trafen" in a sentence and their dutch translations:
Toen hebben we elkaar ontmoet.
- Hun blikken kruisten elkaar.
- Hun blikken hebben elkaar gekruist.
Wij hebben een schrijver ontmoet.
We ontmoetten elkaar toevallig bij het station.
We hebben haar toevallig ontmoet in het park.
Na vijf schoten troffen ze het doel.
Ze ontmoetten de kroonprinsen van Zweden en Denemarken.
We hebben elkaar toevallig ontmoet aan het station.
Wanneer we elkaar ook tegenkwamen, nooit waren we het ergens over eens.
We hebben haar toevallig ontmoet in het park.
...uit de tweede generatie Italianen. Ze ontmoetten elkaar in Carmelo.
Toen ze elkaar ontmoetten in Parijs, werden ze warm voor elkaar; Napoleon vertrouwde Ney de delicate