Examples of using "Unterrichten" in a sentence and their dutch translations:
Wij geven les.
Zij geven les.
Geeft u les?
Leert u Spaans?
Onderwijzen is leren.
Ze leren Arabisch.
Jullie geven les.
Onderwijzen vraagt veel geduld.
Ik wil Frans onderrichten.
U geeft les, wij luisteren.
De leraren geven de hele dag les.
De leraren geven de hele dag les.
Onderwijzen is leren.
- Leer je Spaans?
- Leert u Spaans?
Aan kleine kinderen lesgeven is niet makkelijk.
Waarschijnlijk zou het me wel lukken om het je een beetje te leren.
Is meneer Davis naar Japan gekomen om Engels te onderwijzen?
Ik moet Mary Engels leren.