Examples of using "Verreist" in a sentence and their dutch translations:
- Hou je van reizen?
- Reis je graag?
- Houdt u van reizen?
Tom reist graag.
Tom houdt niet van reizen.
Tom gaat vrijdag op reis.
- Jean reist minder dan Alice.
- Jean verplaatst zich minder dan Alice.
Hebt u al in een vliegtuig gevlogen?
Hij is dol op reizen.
- Hij houdt er echt van om veel te reizen.
- Hij houdt echt veel van reizen.
- Heeft u al eens met een vliegtuig gereisd?
- Heb je al eens met het vliegtuig gereisd?
- Tom houdt van reizen.
- Tom reist graag.
Heb je al eens met het vliegtuig gereisd?