Examples of using "Vorgestern" in a sentence and their dutch translations:
- Je kwam hier eergisteren?
- Ben je eergisteren gekomen?
Toms verjaardag was eergisteren.
- Het ongeluk is eergisteren gebeurd.
- Het ongeluk vond eergisteren plaats.
Ze zijn daar eergisteren vertrokken.
Ik ging daar eergisteren naartoe.
Tom was eergisteren hier.
Toms verjaardag was eergisteren.
Tom ging eergisteren naar Boston.
Ik ben eergisteren in Narita aangekomen.
- Ik zag jouw broer eergisteren.
- Ik zag jullie broer eergisteren.
- Ik zag jouw zus eergisteren.
- Ik zag jullie zus eergisteren.
Het ongeluk is eergisteren gebeurd.
Ik heb hem eergisteren ontmoet.
Eergisteren was het erg koud.
Ik zag Tom eergisteren.
Eergisteren is hij naar Londen afgereisd.
Mijn vrienden hebben me eergisteren bezocht.
We zijn eergisteren in Australië aangekomen.
Ik zag jouw broer eergisteren.
Zijn broertje ging eergisteren naar Shanghai.
Eergisteren bracht hij een officieel bezoek aan de Franse president.
Eergisteren heb ik Tom een e-mail gestuurd, maar ik heb nog geen antwoord van hem ontvangen.