Examples of using "Waschmaschine" in a sentence and their dutch translations:
De wasmachine is kapot.
Ik heb geen wasmachine.
De wasmachine is een geweldige uitvinding.
Ik zal de wasmachine moeten vervangen.
Mijn wasmachine is kapot.
De wasmachine is een geweldige uitvinding.
De wasmachine is een wonderlijke uitvinding.
Zij kunnen deze wasmachine niet gebruiken.
Kunt u mij vertellen hoe deze wasmachine gebruikt moet worden?
De wasmachine was een van de grootste uitvindingen aller tijden.
- Maria's wasmachine raakte defect een week nadat de garantie verlopen was.
- Maria's wasmachine ging kapot een week nadat de garantie vervallen was.