Examples of using "érzek" in a sentence and their dutch translations:
Ik voel iets.
Ik ruik gas.
Ik ruik rook.
Ik ruik koffie.
Ik heb een scherpe pijn in mijn borstkas.
Mijn borst doet pijn.
- Het spijt me voor haar.
- Ik heb medelijden met haar.
Ik heb dikwijls heimwee.
Ik ben erg bang om afgewezen te worden door diegenen, waarvoor ik liefde en genegenheid voel.