Examples of using "évesen" in a sentence and their dutch translations:
Toen ik 11 was, werd ik ziek.
Ik ben getrouwd toen ik 19 was.
Ik ben getrouwd toen ik 19 was.
Ik ben getrouwd toen ik 19 was.
Ze is op haar zeventiende getrouwd.
Het leven begint bij veertig.
Ze is getrouwd toen ze 25 was.
Hij schreef dat boek toen hij 20 jaar was.
Hij pleegde zelfmoord toen hij dertig was.