Examples of using "írtad" in a sentence and their dutch translations:
- Hebt gij dit boek geschreven?
- Heb jij dit boek geschreven?
- Hebt gij dit boek geschreven?
- Hebt u dit boek geschreven?
- Heb jij dit boek geschreven?
- Hebt gij dit boek geschreven?
- Hebt u dit boek geschreven?
- Heb jij dit boek geschreven?
- Hebben jullie dit boek geschreven?