Examples of using "Macskát" in a sentence and their dutch translations:
Kijk naar de kat.
Hij heeft twee katten.
Ik zou liever een kat hebben dan een hond.
Pak die kat niet op.
- Ik heb de kat gered.
- Ik redde de kat.
Ik moet voor die poes zorgen.
Het kind streelt de kat.
Ik heb liever katten dan honden.
Ik zou liever een kat hebben dan een hond.
De kat is schattig.