Examples of using "Nagybátyám" in a sentence and their dutch translations:
Hij is mijn oom.
Mijn oom woont in New York.
Mijn oom kan Duits spreken.
Mijn oom woont in New York.
De broer van mijn vader is mijn oom.
Mijn oom stierf aan longkanker.
Mijn oom runt een hotel.
Mijn oom heeft mij een boek gegeven.
De echtgenoot van de zuster van mijn vader is mijn oom.
Mijn oom komt ons morgen een bezoek brengen.
Ik heb een oudere broer die in Kyoto woont.
Mijn oom woont in de buurt van de school.
Mijn oom heeft dit boek voor mij gekocht.
Mijn oom gaf me dit horloge.
Mijn oom die in Parijs woont kwam langs.
- Mijn oom is mager, maar mijn tante is dik.
- Mijn oom is slank maar mijn tante is dik.
De auto van mijn oom is sneller dan de mijne.