Examples of using "Vacsorát" in a sentence and their dutch translations:
- Ik heb het diner gekookt.
- Ik kookte het diner.
Ik heb het avondeten klaargemaakt gisteren.
Bedankt voor het eten.
Soms maak ik eten.
- Tom heeft het avondmaal klaargemaakt.
- Tom heeft het diner bereid.
- Laat mij voor het diner betalen.
- Laat mij voor het avondeten betalen.
- Tom was net klaar met avondeten.
- Tom had net zijn avondeten op.