Examples of using "Bisogno" in a sentence and their dutch translations:
- Heb je geld nodig?
- Hebt u geld nodig?
- Heeft u geld nodig?
- Ze heeft hulp nodig.
- Hij heeft hulp nodig.
Hij heeft hulp nodig.
- Heb je hulp nodig?
- Hebben jullie hulp nodig?
- Heeft u hulp nodig?
- We hebben u nodig.
- We hebben je nodig.
- We hebben jullie nodig.
- Hij heeft je nodig.
- Hij heeft u nodig.
Je hebt ons nodig.
- Ik heb u nodig.
- Ik heb je nodig.
- Ik heb jullie nodig.
- Je hebt slaap nodig.
- U heeft slaap nodig.
- Jullie hebben slaap nodig.
- Je hebt hulp nodig.
- U heeft hulp nodig.
- Jullie hebben hulp nodig.
Je hebt bescherming nodig.
U had mij nodig.
- Zij heeft je nodig.
- Zij heeft u nodig.
- Waarom heb je het nodig?
- Waarom heeft u het nodig?
- Waarom hebben jullie het nodig?
Wat heb je nog meer nodig?
Had u mij nodig?
- Je hebt dit nodig.
- U heeft dit nodig.
- Jullie hebben dit nodig.
Je zult het niet nodig hebben.
- Ze hadden ze nodig.
- Ze hadden hen nodig.
Ik zal dat nodig hebben.
Ze hebben het geld nodig.
Ik heb geld nodig.
Kunnen we helpen?
Ik heb geld nodig.
Zij heeft u nodig.
Ik heb een auto nodig.
We hebben jouw steun nodig.
We hebben geld nodig.
- Heb je de sleutels nodig?
- Hebt u de sleutels nodig?
We hebben jullie hulp nodig.
Ik zal je hulp nodig hebben.
Heeft u een rasp nodig?
Je hebt onze hulp nodig.
Ik heb een plattegrond nodig.
- Wat heb je nog meer nodig?
- Wat hebt u nog meer nodig?
Je hoeft je alleen maar te concentreren.
Tom had je nodig.
- Wij hebben uw hulp nodig.
- We hebben jouw hulp nodig.
- We hebben jullie hulp nodig.
Wij hebben hulp nodig.
Heb je de sleutel nodig?
- Zij heeft geld nodig.
- Ze heeft geld nodig.
- Zij heeft je nodig.
- Hij heeft je nodig.
Hij heeft hulpkrachten nodig.
Ik heb sigaretten nodig.
Je hebt bescherming nodig.
Hij moest rusten.
Zij hebben hulp nodig.
Ik moet slapen.
Ik heb het niet nodig.
Hij heeft geld nodig.
Zij hadden hulp nodig.
We hebben vuur nodig.
Ik heb raad nodig.
- Ik heb antwoorden nodig.
- Ik moet antwoorden hebben.
Ik heb inspiratie nodig.
Ik heb bescherming nodig.
Ik had hulp nodig.
Ik heb verf nodig.
Zij heeft je nodig.
Ik heb licht nodig.
Ik heb hem nodig.
We hebben regen nodig.
Je hebt hulp nodig.
Hij heeft water nodig.
Ze heeft water nodig.
- U hebt water nodig.
- Jullie hebben water nodig.
Hij zal geen geld nodig hebben.
Ik heb een verandering nodig.
Dat moet je mij niet zeggen.
- Hij heeft uw hulp nodig.
- Hij heeft jullie hulp nodig.
Hij heeft het nodig.
- Ik heb je hulp nodig.
- Ik heb uw hulp nodig.
- Hebben jullie iets nodig?
- Heb je iets nodig?
- Heeft u iets nodig?
Waarvoor hebt ge dat geld nodig?
De kinderen hebben je nodig.
Ik heb uw hulp nodig.
- Welk boek heb je nodig?
- Welk boek hebt u nodig?
- Welk boek hebben jullie nodig?
Er moeten nieuwe batterijen in.
Ik heb een dokter nodig.
We hebben nieuwe batterijen nodig.
Tom had training nodig.
Tom heeft training nodig.