Examples of using "Giocatore" in a sentence and their dutch translations:
Wie is jouw lievelingsspeler?
Hij is een honkbalspeler.
Hij is tennisspeler.
- Ik ben een tennisspeler.
- Ik ben een tennisser.
Tom is de beste speler van het team.
Tom is een uitstekende cricketspeler.
Hij was een rugbyspeler.
Hij is een volleybalspeler.
Mij droom is honkbalspeler te worden.
Hij is de beste speler de ploeg heeft gehad.
Leo Messi is een voetballer.
- Ik ben een tennisspeler.
- Ik ben een tennisser.
Ik heb gehoord dat je een pokerspeler bent.