Examples of using "Grasso" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben niet dik!
Tom is dik.
Hij is erg dik.
Ik ben dik.
Ben ik dik?
Tom is een beetje dik.
Je ziet er dik uit.
- Tom is een dikke man.
- Tom is een dikzak.
Deze kat is erg dik.
Te veel zoetigheden maken dik.
Ik ben erg dik.
Ik ben zo dik.
Ik ben niet dik.
Ik ben niet dik!
Te veel zoetigheden maken dik.
Ik heb nog nooit een dikke veganist gezien.
- Vindt ge mij te dik?
- Denk jij dat ik dik ben?
- Vind je me te dik?
Je bent niet dik.
Hij is dikker dan toen ik hem voor het laatst zag.
Te veel zoetigheden maken dik.
Te veel zoetigheden maken dik.
Als je te veel eet, word je dik.
Als je te veel eet, word je dik.
- Ik ben niet dik!
- Ik ben niet dik.
Als je te veel eet, word je dik.
Het is een beetje vettig.
Zou Koning Albert een geheime relatie hebben met Prinses Diana? Ik geloof van niet. Hij is te dik.
Als je te veel eet, word je dik.