Examples of using "Mangiai" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb gegeten.
- Ik heb gegeten.
- Ik at.
- Ik heb te veel gegeten.
- Ik at te veel.
Ik at een sinaasappel.
Ik heb gegeten.
Ik at kaviaar.
Ik heb de appel opgegeten.
Ik at een hamburger.
Ik heb het vlees opgegeten.
Ik at een cheeseburger.
Ik heb snel geluncht.
Ik heb even snel geluncht.
Ik at een broodje kalkoen.
- Ik heb aan de kant van mijn vriend gegeten.
- Ik at naast mijn vriend.