Examples of using "Nemici" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb geen vijanden.
Wij zijn vijanden.
Ik heb geen enkele vijand.
Wij waren vijanden.
Zij zijn vijanden.
Tom heeft veel vijanden.
Amerika heeft vijanden.
De stad werd gebombardeerd door vijandelijke vliegtuigen.
Hij heeft veel vijanden in de politieke wereld.
Zij zijn geen vijanden, maar vrienden.
De stad werd gebombardeerd door vijandelijke vliegtuigen.
Een vriend vandaag is morgen een vijand.
Vergeef je vijanden, maar vergeet nooit hun namen.
Oude stammen geloofden dat hun hoorns vijanden weghielden.
De stad werd gebombardeerd door vijandelijke vliegtuigen.
Suchet hield de vijanden van Frankrijk plichtsgetrouw op afstand ... totdat er nieuws kwam over de
De Bijbel draagt ons op om onze naasten én onze vijanden lief te hebben; waarschijnlijk omdat dat in het algemeen dezelfde personen zijn.