Examples of using "Rubato" in a sentence and their dutch translations:
Hoeveel geld heb je gestolen?
Mijn horloge was gestolen.
Hij heeft mijn horloge gestolen.
Wat is er gestolen?
Mijn horloge is gestolen.
Mijn fiets is gisteren gestolen.
Wegens diefstal werd hij ontslagen.
Wie heeft de appels gestolen?
Wie heeft de appel gestolen?
Iemand heeft al mijn geld gestolen.
Mijn portemonnee werd gestolen terwijl ik sliep.
Die man heeft mijn portemonnee gestolen.
- Mijn mobiele telefoon was gestolen.
- Mijn mobieltje was gestolen.
Wie heeft mijn batterijlader gepikt?
Iemand heeft mijn rijbewijs gestolen.
- Hij heeft mijn horloge gestolen.
- Hij stal mijn horloge.
- Ze hebben mijn idee gestolen.
- Ze stalen mijn idee.
Mijn auto is gisteravond gestolen.
Ze stalen mijn fles wijn!
Mark Zuckerberg heeft mijn idee gepikt!
Iemand heeft Toms geld gestolen.
- Ik ben kwaad omdat iemand mijn fiets gestolen heeft.
- Ik ben boos omdat iemand mijn fiets heeft gestolen.
Hij heeft geld van mij gestolen.
Mijn fiets is gisteren gestolen.
de dingen die je gestolen hebt tot iets eigens maken.
Tom heeft de halsketting gestolen.
Tom stal een boot.
Tom heeft mijn paraplu gestolen.
Mijn auto is gestolen. Hij staat niet waar ik hem geparkeerd heb.
Mijn auto is gisteravond gestolen.
Iemand heeft mijn paspoort gestolen.
Iemand heeft het lichaam van het kruis gestolen.
Iemand heeft Toms portemonnee gestolen.
Mijn fiets is gisteren gestolen.