Examples of using "いい人です。" in a sentence and their dutch translations:
- Hij is een goed mens.
- Hij is een goeierik.
Zij zijn goede mensen.
Bob is een aardig persoon.
Zij is een vriendelijk persoon.
De bakker is een goede mens.
- Hij is vriendelijk.
- Hij is aardig.
Hij is een vriendelijk persoon.