Examples of using "どうしよ~。" in a sentence and their dutch translations:
Wat, als ik arm ben?
Oh hemel, het regent, en ik heb de was al buiten gehangen om te drogen; wat moet ik doen?
"Wat wil je morgen voor ontbijt? Brood? Rijst?" "Beide zijn prima."
Goh, ik ben nu 25 jaar oud. Is dat niet verschrikkelijk? Als je het afrondt ben ik 30!
Wat moet ik doen?
Ik kan mijn computer niet opstarten. Wat moet ik doen?