Examples of using "やめろ。" in a sentence and their dutch translations:
- Hou op!
- Hou daarmee op!
Stop met liegen.
- Doe niet zo gek!
- Wees niet belachelijk!
Hou op!
Stop.
Hou daar toch mee op.
Hou op met morren.
- Hou daarmee op!
- Hou ermee op!
- Laat dat!
- Stop!
- Hou op!
- Hou daarmee op!
- Geen beweging!
- Halt!
- Blijf stilstaan!
- Stop.
- Stop met neuriën.
- Hou op met neuriën.
- Hou op!
- Hou daarmee op!
- Stop met praten.
- Stop met kletsen.
- Kop dicht!
Kijk niet terug.