Examples of using "愛しているの。" in a sentence and their dutch translations:
Ik hou ook van jou.
- Hou je nog van hem?
- Houdt u nog van hem?
- Houden jullie nog van hem?
- Houd je nog van hem?
- Hou je van mij?
- Hou je van me?
Ze wist dat John van haar hield.
Ze houdt van Tom, niet van mij.
- Hou je van mij?
- Hou je van me?
Ze houdt van Tom, niet van mij.
Waarom houd je van mij?
- Zou je me alsjeblieft kunnen vertellen waarom je van haar houdt?
- Kun je mij vertellen waarom je van haar houdt?
- Hij houdt net zoveel van jou als ik.
- Hij houdt zoveel van u als ik.
- Hij houdt net zoveel van jullie als ik.
- Ik hou van je.
- Ik hou van jou.