Examples of using "温かい" in a sentence and their dutch translations:
Ik zou graag een warme soep eten.
Oké, soort van droog... ...maar warm.
Ik wil iets warms drinken.
Wat ik nu wil is een warme kop koffie.
Ik zoek een warme, wollen rok.
Eet nu het nog warm is, alsjeblieft.
'Wat als het leven begon in een warme kleine vijver
Warmtebeeldcamera's onthullen wat ze bespeuren. Warm bloed in de flipper van de pup.
Mag ik om te beginnen iedereen bedanken voor uw warme ontvangst?
Voor haar gezondheid verhuisde ze naar een warmer oord.