Examples of using "祖父が誕生日プレゼントをくれた。" in a sentence and their dutch translations:
- Mijn grootvader heeft mij iets gegeven voor mijn verjaardag.
- Mijn grootvader gaf me een verjaardagscadeautje.
- Mijn grootvader heeft me een verjaardagscadeau gegeven.
- Mijn grootvader heeft me een verjaardagscadeautje gegeven.
- Mijn grootvader gaf me een verjaardagscadeau.
- Mijn grootvader gaf me een verjaardagscadeautje.