Examples of using "雨が降りそう。" in a sentence and their dutch translations:
Het ziet ernaar uit dat het gaat regenen.
- Het lijkt op regen.
- Het ziet eruit als regen.
- Het gaat vanavond regenen.
- Vanavond gaat het regenen.
Waarschijnlijk gaat het vanmiddag regenen.
Het gaat regenen.
Het zal regenen vanmiddag.
Het gaat regenen.
Het gaat regenen.